Kwartaal 2

Hyperjourney part 68454803

Het word me een weekje wel, met de deadline – voor zowel de deliverables als de eindpresentatie – opgeschoven naar 2 februari. Altijd vervelend als je qua deadlines altijd afhankelijk bent van je docent, anders had je zelf misschien kunnen bedenken dat het binnen een korter tijdbestek moet. Maar goed ‘als’ is echt zo’n woord waar je geen donder aan hebt, dus even de schouders eronder en knallen met die hyperballen.

Heb m’n planning al gemaakt, en m’n concept is ‘goedgekeurd’ (feedback van zowel Frans, Eelco als Robert was in orde), dus ben ik gelijk die week aan de slag gegaan met de hyperjourney:

Volgorde:

Creeëren – Hands out.

Poseren – Hands in.

Exposeren – (bestaande inhoud van museum)

Schermafbeelding 2015-01-24 om 10.38.27

Hands in zijn de handen in een toegevoegd element steken, zodat je echt de beleving hebt van een zilvermuseum; je bent zelf bedazzled en bejeweled.

Ik wilde zowel de hands out als de hands in uitwerken, maar gezien de beperkte tijd van 1 week heb ik besloten om alleen de hands in verder uit te werken. Dit is de ontwikkeling die ik tot dusver heb getroffen van het ‘Hands In’ onderdeel. Planning is om volgend weekend naar het museum te gaan en het daadwerkelijk toe te passen en hiervan foto’s te maken. Daarna thuis stop motion maken.

IMG_5782 IMG_5792 IMG_5835 IMG_5837

Standaard
Kwartaal 2

Verhaal bij de foto (foto 4)

Het verhaal bij de foto indesign

Originele tekst:

Basisschool ‘De Vlinder’ past huidig lesaanbod aan

Drama docent wil meer betrokkenheid van kinderen in maatschappij

Charlois – Sinds afgelopen maandag krijgen de kinderen van basisschool ‘De Vlinder’ een breder lespakket, in verband met de gebeurtenissen in (onder andere) Parijs. De school wil hiermee de kinderen een duidelijker beeld geven van de maatschappelijke veranderingen.

Wekelijks krijgen de kinderen nu maatschappijleer, en hier wordt het element drama aan toegevoegd. “In deze les worden situaties nagebootst en geven we kinderen mee hoe ze zich het best kunnen gedragen of wat ze zelf een passende oplossing vinden,” aldus de drama Docent Jan van Beek.

Afgelopen maandag maakte de kinderen voor het eerst kennis met de drama-kant van de reguliere maatschappijleer les. Zowel de ouders als de kinderen vinden het een goed initiatief om op deze manier jongeren een beter inzicht te geven van hoe de wereld aan het veranderen is. De kinderen moeten in een cirkel gaan staan, en de docent schetste een situatie waarna de kinderen 1 voor 1 mochten aangeven hoe ze zouden reageren. De kinderen vonden het enerszijds lastig, omdat veel situaties niet eens voorkomen in de directe omgeving. Anderen gaven aan het wel degelijk interessant te vinden, omdat ze het thuis ook met enige regelmaat bespreken wat er in het jeugdjournaal voorbij komt.

Standaard
Kwartaal 2

Inspiratie Hyperjourney

Afgelopen dinsdag met Eelco het (eventuele) concept samengesteld/besproken. Ik heb met hem de ruimte besproken, en de conclusie die ik kon opmaken was dat de ruimtes in hun huidige compositie niet volledig benut worden.

DOC035

PUNT 1: De armen en voorwerpen die nu nog áchter de vitrines staan, hebben in zekere zin wel een dynamische lading maar ik mis het interactieve gedeelte met daadwerkelijk de voorwerpen aanraken. Uiteraard is zilver niet altijd een voorwerp bij uitstek om door 1000den mensen per jaar aan te laten raken. Maar ik wil wel de indruk geven dat je daadwerkelijk je kan ‘wanen’  in de tijd waar dit zilver vandaan komt. Uiteraard kun je nu al aan de zilvertafel zitten, maar je kan niet daadwerkelijk de beleving ervaren dat je van deze tafel eet. Daarom denk ik dat ik voor de nieuwe expositie meer een belevingscentrum van het bestaande Zilvermuseum wil maken, door middel van tastbare elementen.

DOC038

IMG_3360

PUNT 2:
Naast de invulling van de huidige expositie, wil ik ook de indeling van het museum aanpassen. Het huidige museum heeft bijvoorbeeld op de begaande grond een Zilversmederij, met werkplekken die zilversmeden kunnen afhuren. Echter wordt de dynamiek van deze werkende kunstenaars totaal niet gebruikt in de ruimte voor bezoekers. Zo kun je wel bij binnenkomst rechts afslaan om even te kijken, maar ikzelf voelde een soort barrière waardoor je niet zo snel bij ‘mensen aan het werk’ gaat kijken. Alsof je een soort hun ruimte invade. Dat is dus een psychologisch aspect van het huidige museum: De keuzes focussen zich vooral op de reguliere expositie. Er is daarnaast ook in een soort hoekje een gedeelte waar je zilver kan onderzoeken, omdat het onder een loep ligt. Echter is dit niet heel direct, en denk ik dat de zilversmeden beter verplaatst kunnen worden. Daarom wil ik de handen weer terug laten keren in mijn nieuwe expositie: Ik dacht aan een meer mechanische variant. Zo moest ik aan deze steampunk hand kunst object denken:

DOC039

https://i0.wp.com/media-cache-ec0.pinimg.com/736x/ee/c1/7f/eec17ff141c3a522bc42f8dcb8deb4ec.jpg

Paper alternative
Plaster alternative

Ik zat aan de volgende (concrete) elementen voor mijn hyperjourney te denken:

PUNT 1: Zilversmederij in expositie plaatsen – techniek: maquette (verdere uitwerking volgt)

PUNT 2: Dynamiek van handen en elementen achter vitrine tastbaar maken:

– Voelen; soort glazen afgesloten doos met ronde openingen erin, waaraan fluwelen handschoenen verbonden zijn zodat je kan voelen een zilver of zelfs de ring om hebt.

Zien: zoals de steampunk hand hierboven; hand namaken van papier (denk ik).

Standaard
Kwartaal 2

Hyperjourney part II

Eigenlijk is mijn hyperjourney al gedaan. Er waren een aantal briljante geestjes voor mij, die het museum in juni 2014 transformeerde. Tinker Imagineers – noemen zichzelf experience architects (hoe goed past deze term bij onze opdracht trouwens?) – hebben het museum een nieuwe beleving gegeven, omdat het bestaande museum in eerste instantie ‘mooi maar koud noemde’. Het volledige interview vind je hier.

Tinker had dus de functie om het museum in zoverre aan te passen dat het nu een nieuwe belevenis creeert. Basically onze opdracht in de notendop. Ik denk dat het niet verstandig is om nu te denken ‘wat is het nut nog’, maar juist veel van deze gasten op te steken en te denken: Hoe hebben zij het museum vernieuwd en wat kan daar mijn eigen versie van zijn?

Ik heb ook met een aantal leerlingen het over de oorspronkelijke opdracht gehad; aangezien we zelf een museum hebben gekozen, zijn het merendeel van de musea al heel erg interactief of modern. De vraag is dan nu ook lastiger dan vorig jaar (met bijvoorbeeld een traditioneel en klassiek museum als het Rijksmuseum), omdat we ‘next level’ het museum nog interactiever moeten maken of van een nieuwe invalshoek te voorzien.

Ik ben op de term experience architects gaan zoeken, omdat deze term de beleving van de opdracht voor mij verduidelijkt. De omschrijving van deze term is als volgt op Wikipedia:

“Experience architecture (XA) is the art and science of articulating clear user journey or story through an Information architecture, Interaction design and Experience design that an end user navigates across products and services offered by the client or as intended by the designer. This visual representation is intended not only to highlight the systems that the end user will touch and interact with, but also the key interactions that the user will have with interacting the internal systems or back end structure of an application. It provides a holistic view of the experience, vertical knowledge of industry, the systems, documenting, analysing and the points that should be focused on when developing a series of interactions that are intended to enhance end user’s emotions. The Experience architecture provides an overall direction for user experience actions across the projects.”

Tinker heeft voor het Nestlé Museum in Switzerland ook een interactieve beleving van het museum gecreeërd, mede door projectiebeelden. Tinker is een pionier op het gebied van brand experience center.

Vervolgens ging ik me meer verdiepen in het ontwikkelen van zo’n belevenis museum. Stan Boshouwers zei hierover in een interview met het FD: “Je moet het verhaal uitpakken, niet inpakken. We willen de bezoeker juist uitdagen om meer te leren. We denken vanuit de psychologie, niet vanuit de vorm.”

Graag wil verder onderzoeken hoe ik zelf deze gedachtegoed kan toepassen op mijn eigen hyperjourney.

Hier nog een innovatief project van Tinker:

ICER: innovative breeding ground with historical roots from tinker imagineers on Vimeo.

Standaard
eindtoets, Kwartaal 2

#JESUISCHARLIE

Afgelopen week werd de wereld getroffen door het onoverkomelijke nieuws dat er een aanslag is gepleegd op de redactie van het satirische blad Charlie Hedbo. Aangezien de meeste woorden al zijn uitgesproken en ik het overbodig vind om in een roes te raken van nationale rouw – met de MH17 nog in het geheugen – wil ik er verder niet te veel op ingaan. Afgelopen donderdag werd ik samen met een aantal medestudenten  over dit onderwerp geïnterviewd door het HR studentenblad ‘Profielen’. De tekst vind je hier.

In de tekst zeg ik dat het “van veel intelligentie vergt om nu het vertrouwen in de mensheid te behouden,” en dat is ook het standpunt wat ik voor ogen wil houden. Generaliseren en 1 waarheid aannemen is juist hetgeen wat je nu niet moet doen. Er is geen theorie of nieuwsbericht of zelfs profeet die patent heeft op de waarheid. Je moet kritisch naar de rol van de wereldleiders hierin kijken, hoe het jou beïnvloed en hoe je mensen na dit incident behandeld kijken. Naast de 12 doden zijn ook vele onschuldige mensen onbewust slachtoffer geworden, en dat kan wel worden vastgesteld.

Standaard
eindtoets, Kwartaal 2

Hyperdepyper journey

Het filmpje is de deur uit, en we knallen er gewoon “gezellig” weer een nieuwe desalniettemin enigszins onduidelijke opdracht in voor eindtoets in. Het maken van een hyperjourney – naast het proces en schrijfonderdeel. Dit zijn de onderdelen voor deze hyperjouney a.k.a. digitale presentatie:

4. Digitale eindpresentatie gebaseerd op inhoud, vorm, media, (tentoonstellings)ruimte & context.

  • Laat zien welke mogelijkheden u interessant vond in de ruimtes van het museum die u hebben geholpen bij het ontwerpen van uw Interactieve Transmediale Concept.
  • Toon een schematisch overzicht van de tentoonstelling (plattegrond, axonometric, bird’s eye view) met daarin aangegeven de hotspots waar interactie plaatsvindt met uitleg van de inhoud van die interactie.
  • Maak visualisatie van de technologie die wordt gebruikt in de installatie (video, touchables, mobile, apps, google glass, augmented reality, second screen, qr codes, print, bluetooth etc.)
  • Definitieve flow-chart van hoe de bezoeker door de ruimte navigeert.
  • 4 Photoshop mockups die een impressie geven van wat de bezoeker/kijker ervaart bij de interactieve delen van uw Hyperjourney.

Ik dacht bij mijn museum aan een soort vicieuze cirkel: Het zilvermuseum bestaat namelijk uit 3 verdiepingen. op de begaande grond kun je als zilversmid een ruimte afhuren om je ambacht voort te zetten. Op de 1e verdieping vind de reguliere expositie plaats, met al het zilveraanbod. Daarboven kun je als kind weer zelf met zilver aan de slag om een zilveren ringetje o.i.d. te maken. Het begint dus bij de ambacht, dan wordt deze productie geexposeerd, en vervolgens maken kinderen ook kennis met zilver, waardoor er wellicht een interesse voor het vak opgewekt kan worden en zij misschien ook wel naar de zilverschool gaan.

Qua inspiratie ben ik nog een beetje zoekende. Gister zag ik dat vanaf 12 april Game of Thrones weer op televisie komt (YAY!) en moest ik weer aan de intro van het programma denken. Hierin zie je ook hoe door metaalelementen en hout e.d. de verschillende steden waar GOT plaatsvind uit de grond worden gestampt. Ik weet niet hoe dit toe te passen is op de hyperjourney, maar zag een overeenkomst tussen de gelaagdheid van het museum en de intro van GOT:

Standaard
eindtoets, Kwartaal 2

Draft

Morgen moeten we een proefversie inleveren voor de uiteindelijke essay. Ik heb gekozen voor “Shampoo – omdat u het waard bent”, als onderwerp – omdat ik vind dat we aardig genaaid worden door het grootste cosmeticaconcern ter wereld – L’oreal – terwijl de realiteit is dat we shampoo niet eens zozeer nodig hebben. Het is nu nog een soort van blob van onsamenhangende informatie, maar in de uiteindelijke essay schep ik natuurlijk wat meer overzicht en nuance d.m.v. bronnen:


Dat het merendeel van de producten die we dagelijks gebruiken, in handen zijn van een aantal grote bedrijven (Coca-Cola, KRAFT, Nestlé, P&G, Johnson & Johnson, Unilever, MARS, Pepsico, Keloggs, etc.) is inmiddels wel bekend. De tandpasta die je gebruikt komt wellicht van dezelfde lopende band als waar je smeerkaas voor op brood vandaan komt.
Echter hebben het merendeel van deze bedrijven een “voedende” functie. Maar er is er een bedrijf wat al jaren wegkomt met het maken en verkopen van een product – in verschillende gedaantes – wat je niet eens nodig hebt. Namelijk: shampoo. Waarschijnlijk smeert u al sinds de peutertijd een goedje op uw hoofd, met de illusie dat je haar het nodig heeft. “Omdat u het waard bent.”

Oftewel, de slagzin van het immense cosmeticabedrijf L’oreal sinds 1973. L’oreal heeft zelfs op haar website een pagina geweid aan deze zin. Volgens het cosmeticaconcern is de zin vanuit een feministisch oogpunt geschreven, door Ilon Specht, met het idee dat deze zin het gedachtegoed vertegenwoordigd wat alle vrouwen in die tijd dachten: Ik ben het gewoonweg waard.

Uiteraard was dit de troefkaart bij uitstek om vrouwen er van te overtuigen dat het helemaal niet erg is om een duur product te kopen, volgepompt met siliconen, parabenen en sulfaten, want het is goed om zo’n investering voor jezelf te doen. Wellicht draagt het bij een het behalen van een examen, of het zelfvertrouwen voor een sollicitatie gesprek.

In ieder geval profiteert L’oreal er zelf behoorlijk van; Liliane Bettencourt – de enige erfgename van de oprichtster van het bedrijf – is de rijkste mevrouw van Frankrijk en Europa, en wordt geschat op een vermogen van 30 miljard.

En dit vermogen is niet alleen gecreëerd door de hoeveelheid soorten make-up, haarverzorgingsproducten en reguliere verzorgingsproducten voortkomend uit de productielijn van L’oreal zelf: het gaat veel verder.

L’oreal is inmiddels ook eigenaar van Garnier, Maybelline, Vichy, maar ook de luxere/professionele haarproducten die je voornamelijk in de kapperszaak zal tegenkomen: L’oreal Professionnel Kérastase, Redken en Matrix.

De slagzin “Omdat je het waard bent”, wordt bij deze high-end producten helemaal in het extreme getrokken: je bent in de illusie dat je een kappersproduct koopt, wat beter is dan de “gewone” L’oreal producten, en betaald hier dan ook heel wat meer geld voor. De realiteit is echter dat het uit dezelfde fabriek komt.

Helaas pindakaas voor L’oreal zijn vrouwen anno 2015 niet meer voor een gat te vangen: We zijn wel meer waard dan een illusie, en nemen dan ook geen genoegen meer met een normaal potje shampoo. Met de komst van de superfoods, bio-supermarkten en de glutenvrije kookboeken, willen we ook een goedje in ons haar smeren wat niet bol staat van de schadelijke stoffen.
De achtergrondartikelen op internet over bovengenoemde siliconen, sulfaten en parabenen in onze beautyproducten reizen de pan uit, en vrouwen willen nu toch wel echt een product wat gewoonweg bestaat uit ecologisch verantwoorde bestandsdelen.

L’oreal is niet bang om haar handen vuil te maken aan een goed in elkaar stekend marketingplan, wat de illusie schept dat je nu toch echt wel goed spul in je badkamerkastje hebt staan: Een compleet nieuwe lijn met paraben-free/sulfate-free/SLS-free producten was het antwoord van L’oreal op de behoefte van zijn consument.
Daarnaast brachten L’oreal Professionnel een ‘Nature’-collectie op de markt, voorzien van een EcoCert en COSMEBIO keurmerk, die nu toch echt wel moet garanderen dat de producten een inhoud hebben bestaand uit voornamelijk natuurlijke bestandsdelen. Want dat bent u na al die jaren toch echt wel waard.

Dit is het antwoord van L’oreal op duizenden soorten producten: een flesje shampoo, voorzien van 2 keurmerken, 100% natuurlijke parfum, zonder parabenen, kleurstoffen en siliconen. Vind je het bij de Albert Heijn? Dat niet.

Nu L’oreal het eindelijk begrepen heeft, is het toch wel verontrustend dat ze dit aanbod aan natuurlijke producten in gelimiteerde hoeveelheden aanbieden. Is het dan een hele klus om in een grote oplage de schappen te vullen met dit eerlijke goedje? Dat zijn we immers toch wel waard.

Deze keuze komt jammer genoeg voort uit een marketing tool die L’oreal toepast om via al haar beschikbare merken evenveel omzet te draaien: het reguliere L’oreal Paris focust zich op het aanbod in de supermarkt en/of drogisterijen. In zekere zin biedt L’oreal, met L’oreal Paris en Garnier, ook een lijn aan die voorzien is van producten zonder sulfaten en Parabenen, en voor een goedkopere prijs, zoals de EverPure collectie. Daar staat wel tegenover dat het product niet voorzien is van een keurmerk, en in tegenstelling tot het high-end product van L’oreal Professionnel, wél boordevol silliconen.

Echter ziet L’oreal al heel wat jaren een minor detail over het hoofd: Shampoo is een marketing tool wat in principe meer schade toebrengt aan het hoofd, dan dat het op lange termijn oplevert. Wereldwijd zijn er mensen die shampoo hebben gelaten voor wat het is en door het leven gaan met een ‘ongewassen’ hoofd. En het rare is, is dat het een weerzinwekkende reactie oplevert bij de meeste mensen. Echter raken steeds meer mensen overtuigd dat het grote nadeel van shampoo is, dat je natuurlijke oliën die je huid van zichzelf produceert, en die je bescherming tegen vuil garanderen, verwijderd door een het gebruiken van shampoo. Een lichamelijke reactie is dan ook dat je nog meer oliën zal gaan produceren, waardoor je je haar vaker gaat wassen. Het is een soort visieuze cirkel wat momenteel de shampoo-markt overeind houdt, maar daarentegen ook op steeds meer op losse groeven komt te staan.

Conclusie en gebruikte bronnen wil ik later nog toepassen, afhankelijk van het advies van Robin.

Standaard
Kwartaal 2

Animatie – the aftermath: gesneuvelde onderdelen

In mijn oorspronkelijke script stond als eindshot ook nog het onderdeel; High tea. Vervolgens zou ik aan de hand van heel veel bloemen uit beeld gaan. Helaas heb ik niet met dit shot in AE geexperimenteerd, omdat ik vond dat het geen extra bijdrage zou geven. Maximale lengte was – voor mij persoonlijk – toch wel 1 minuut 30, en langer zou alleen maar het filmpje “saai” maken in mijn optiek. Goed is goed, zeg maar. Kill your darlings. De bijbehorende foto bij dit shot is deze:

IMG_3366 IMG_3365

En dit waren de schetsen die ik er bij had gemaakt:

IMG_3419 IMG_3421 IMG_3422

De bloemen die ik in de foto te zien zijn, zie je terug in de eerste schets. Deze schets wilde ik inkleuren met rood en groen, en vervolgens naarmate de animatie vordert hier het beeld mee vullen; dit zou zeker toch wel een halve minuut in beslag nemen, wat mijn filmpje dik 2 minuten zou maken. Geen goed idee.

Ook zie je weer de handen terugkomen, en de theepotjes. Helaas niet gebruikt.

Standaard